The English pages can be found in the second row of the menu
De eerste rij knoppen in het menu is voor de Nederlandse pagina's
De biodiversiteit op Aarde is enorm, waarbij de Kevers verreweg de grootste groep dieren vormen. Alleen al het klassieke model van het Lieveheersbeestje kent al enorme aantallen soorten - als je naar de verschillen in tekening van het rugschild kijkt: zwarte of andersgekleurde stippen tegen een rode, gele of zwarte achtergrond, effen, gestreept ... en dan zijn er nog allerlei andere kever-modellen in een geweldige variëteit.
Waar komt die grote biodiversiteit vandaan?
Naar de oorzaak van de biodiversiteit
Iedereen ziet gelijk dat er een aantal basis-modellen zijn (zoals grassen, composieten, kevers, muggen, slangen, katten). Binnen elk model is (soms heel veel) variatie mogelijk. Dan zijn er dus twee vragen:
Oftewel: hoever gaat verwantschap? En: betekent verwantschap ook afstammings-verwantschap?
Soortvorming
Er zijn nogal wat waarnemingen die het vormen van nieuwe soorten ondersteunen. Het gaat dan om micro-evolutie ofwel variatie. Twee manieren van soortvorming worden vrij algemeen aanvaard:
Een belangrijke vraag is in hoeverre mutaties een voorwaarde voor soort-vorming zijn. Voor de twee manieren die hierboven worden genoemd, is dat niet noodzakelijk. Zowel het monofyletische als het polyfyletische model kunnen deze manieren van soortvorming aanvaarden. Zie ook DNA-2.
Macro-evolutie
Soms wordt hier over mega-evolutie gesproken en wordt met macro-evolutie iets anders bedoeld. Hier komt het verschil in visie tussen de beide modellen tot uiting.
Monofylie betekent dat al het leven verwant is en via een complete stamboom afstamt via simpele levensvormen. Hiervoor is het noodzakelijk dat er nieuwe kenmerken worden gevormd: innovatie is nodig. Dat zou door mutatie kunnen, maar die leidt vrijwel altijd tot verlies van informatie en is bijna nooit positief. Hoe echt nieuwe eigenschappen kunnen ontstaan, is nog onduidelijk en onderwerp van discussie.
Polyfylie gaat uit van een (flink) aantal basistypen, waarschijnlijk op het niveau van familie. Deze zijn dus apart van elkaar ontstaan en zijn per basis-type uitgewaaierd in verschillende soorten via variatie (micro-evolutie). Macro-evolutie wordt ontkend.
Verwantschap
Er lijken vier goede manieren om verwantschap tussen soorten vast te stellen:
Alleen de laatste is geschikt om soortsgrenzen vast te stellen (dat is per definitie zo), maar de anderen geven een goede ondersteuning. Overeenkomsten kunnen op verschillende manieren worden verklaard: gemeenschappelijke afstamming, omgevings- of gebruikseisen en een gemeenschappelijk ontwerp.
Parasitisme
Hoe is parasitisme ontstaan? Hoe is het bestaan van parasieten te rijmen met God's goede schepping? En hoe zit dat met ziekmakende bacteriën? Het is logisch om deze vragen te stellen. Op het Logos-congres in april 2018 heb ik hierover een lezing gehouden. Link 4 en 5 leiden naar artikelen hierover.
Hierboven vier basismodellen. Mogelijk zijn dit allemaal aparte basistypen, die zich elk door ingebouwde variatiemogelijkheden tot een waaier van soorten hebben ontwikkeld.
Verlies van allelen is een normaal proces in een kleine populatie, zoals de simulatie hieronder toont: na 32 generaties heeft het grootste deel van de 100 groepen van 8 individuen hetzij het dominante, hetzij het recessieve allel verloren - door 'toeval'.
Links:
Een oude ontdekking opgepoetst
Een electrisch veld blijkt in staat tot een soort epigenetische herprogrammering - uitgestorven soorten zijn soms wellicht epigenetische varianten van nu nog levende soorten.
Deze conclusie kun je mogelijk trekken uit de resultaten van een experiment in 1988. Zie het artikel over de oertijdcode.
Copyright @ All Rights Reserved