Heelal 2
Spiraalstelsel
Spiraalstelsel
LISA-waves
LISA-waves
Andromeda
Andromeda

Drie lichtsnelheden

Zoals in Heelal 1 kort uitgelegd, lijken de afstanden in het heelal enorm. Als het heelal maar duizenden jaren oud is, hoe kan het licht ons dan bereiken vanuit de verste uithoeken van het heelal - of zelfs vanuit de verre sterren in onze eigen melkweg? Een groot deel van de Jonge Aarde creationisten neigt nu mee te gaan met het model van Jason Lisle. Dat wil ik op deze pagina kort uitleggen. Of dit de juiste benadering is, weten we niet ...

Denken vanuit de Schepping

Als we er van uitgaan dat de afstanden in het universum inderdaad zo groot zijn als met het Doppler-effect wordt gemeten, dan zijn er verschillende mogelijkheden om dit in overeenstemming te brengen met een jong heelal. Op de pagina Heelal 1 worden die kort uitgelegd. De links waar Jason Lisle zijn benadering uitlegt, zijn allemaal in het Engels. Op deze pagina vat ik zijn uitleg samen.


Verschillende modellen

Als het gaat om wetenschappelijke modellen voor het heelal, hoeven we niet per se te vallen voor het Big Bang model. Er zijn heel wat twijfels over dit model, vooral vanwege het feit dat er donkere energie en donkere materie moet worden aangenomen om het model kloppend te krijgen. Dat betekent dat in totaal 96% van de energie en materie in ons heelal nooit is waargenomen - dat zou dit model toch ongeloofwaardig moeten maken. Er zijn andere modellen voorgesteld, zoals dat van Erik Verlinde (link 2). Volgens John Byll zijn er wel tien modellen gemaakt, maar hij stelt dat ze allemaal hun eigen tekortkomingen kennen. Op de pagina Heelal 1 is meer verteld over drie modellen die goed passen bij een schepping van zo'n 6000 jaar geleden. Maar welk model juist is, weet niemand. 

Gelijktijdigheid

Bij bijna alle gebeurtenissen gaan we ervanuit dat iets gebeurt op het moment dat we dat zien. We gaan er nu van uit dat dat niet geldt voor gebeurtenissen in het heelal, omdat de lichtsnelheid immers niet oneindig is. Dat werd voor het eerst in 1676 gemeten, toen nog erg onnauwkeurig.

Zonnestralen doen er in onze berekening ruim 8 seconden over om de aarde te bereiken en het licht van de dichtstbijzijnde ster doet er vier jaar over om ons te bereiken - hij staat op een afstand van vier lichtjaar.

Dus begonnen we te denken dat we eigenlijk in het verleden kijken, dat we wat zien van sterren en sterrenstelsels, super-nova's enzovoorts, eigenlijk bij het verleden behoort. Hoe verder weg de ster, hoe meer we in het verleden kijken.

Maar hoe weten we dat zo zeker? Volgens Einstein is het net zo goed mogelijk dat we de sterren zien zoals ze nu zijn. Je kunt immers niet zeker weten wat de snelheid van het licht in een bepaalde richting is, omdat je dat niet kunt meten. Dat lijkt gek, maar als we de snelheid in één richting willen meten, hebben we een manier nodig om twee klokken (die aan het begin en die aan het eind van de meetsopstelling) exact te synchroniseren - maar om dat te doen, maken we gebruik van de aanname dat de lichtsnelheid al bekend is. Want we gebruiken bijvoorbeeld radio-signalen, die met dezelfde snelheid als het licht gaan.

Daarom meten we met een spiegel, zodat we maar één klok nodig hebben. Zie de afbeeldingen hiernaast. Om die reden geeft ook Einstein aan dat we niet kunnen weten of de lichtsnelheid in alle richtingen gelijk is. We kunnen dat natuurlijk wel afspreken (omdat dat logisch lijkt), maar we kunnen dat niet bewijzen.


Het idee van Jason Lisle

Als we geen manier hebben om te bewijzen dat de lichtsnelheid altijd in elke richting gelijk is (zowel heen als terug in de meetopstelling), dan zijn we in principe vrij om aan te nemen dat wat wij zien ook op hetzelfde moment gebeurt (hoe ver het ook weg is). Dan moeten we ook aannemen dat de lichtsnelheid van ons vandaan in feite de helft van c is.

Jason Lisle noemt dat als een goede mogelijkheid. Hij zegt dat als God op de vierde dag de sterren schiep, dat dat gelijktijdig gebeurde met de vierde rotatie van de aarde. Er is dan dus geen tijd nodig voor het licht van zelfs de verste sterren om de aarde te bereiken. 

Dit is maar een heel korte (en dus onvolledige) uitleg. Als je meer wilt weten, ben je aangewezen op de Engelstalige links (nummers 7 en 8). Je kunt ook googelen op 'synchrony convention' en 'anisotropic synchrony convention'.

Links:

  1. Weten we hoe groot en hoe oud het heelal is?
  2. Over Erik Verlinde en zijn gravitatietheorie
  3. Goed in Engels? Bekijk de links op Universe
  4. Een extra pagina in het Engels met een samenvatting van de plasma theorie van Setterfield
  5. Jason Lisle bespreekt het probleem van de verre sterren in een jong heelal. (Engels).
  6. In een volgend artikel bespreekt Jason Lisle een aantal mogelijke oplossingen voor dit probleem (Engels).
  7. Een uitleg in het Engels door Jason Lisle van zijn model: Concepts of simultaneity.
  8. Lezing van Jason Lisle (met Q&A): Do millions of light years fit with a young universe?