The English pages can be found in the first row of the menu
De tweede rij knoppen in het menu is voor de Nederlandse pagina's
Wat wisten de Bijbelschrijvers? Welk wereldbeeld hadden ze? Geloofden ze dat de Aarde plat was of juist niet? Heeft God zich aangepast aan ons denkvermogen?
Heeft God de wereld inderdaad in zes dagen geschapen - en waarom dan? Daar hebben bijbelgeleerden en natuur-wetenschappers natuurlijk al eeuwenlang over nagedacht. Wat was het perspectief van de Bijbelschrijvers?
Het perspectief van de Bijbelschrijvers
Wat wisten de Bijbelschrijvers? Wat was hun perspectief? Heeft God zich aangepast aan ons denkvermogen? Hierop worden verschillende antwoorden gegeven:
Beide visie lijden aan hetzelfde euvel. Ze denken namelijk dat feitelijk juist ook betekent dat dezelfde wetenschappelijke taal wordt gebruikt. Maar dat is niet zoals het in het dagelijks leven toegaat. We spreken immers (nog steeds) gewoon over zonsopgang e.d.. Dat is het perspectief van de waarnemer, wat niet betekent dat je ook denkt dat de zon om de aarde draait. Je waarneming is niet fout en kan in de rechtszaal gewoon worden gebruikt.
Het perspectief van de waarnemer
De Bijbelschrijvers schreven vanuit dat perspectief van de waarnemer. Het doel was steeds om een bepaalde boodschap over te brengen (en dan zijn niet alle feitelijke details belangrijk), maar de vermelde feiten zijn wel juist. De Bijbel schrijft wel historisch juist, maar niet volledig en niet in wetenschap-pelijke taal: het Boek is geschreven voor alle mensen, in voor alle mensen begrijpelijke taal. De boodschap van de Bijbel (de theologische inhoud) is nauw verbonden met de feiten en daarin ook verankerd.
Dat blijkt heel duidelijk in het NT: zonder echte opstanding is ons geloof zonder inhoud, zegt Paulus (1Kor.15:16). De discipelen prediken in Handelingen steeds over de opstanding, omdat de Heer Jezus ook echt is opgestaan - Hij laat zich na Zijn opstanding bewust aanraken om duidelijk te maken dat Hij geen geest is (Luk.24:39).
Net zo is het boek Genesis historisch: het vertelt ons over de keus van God voor Abraham, Izaak en Israel en laat ons zien hoe het volk Israel in Egypte terecht is gekomen. In Exodus volgt dan de uittocht, in Jozua de intocht in Kanaan - de hele godsdienst van Israel is gebaseerd op deze historische feiten. De eerste elf hoofdstukken vertellen ons waar Abraham vandaan komt, waar alle volken vandaan komen, waar de zonde vandaan komt: Genesis 12-50 wortelt in Genesis 1-11 en de verteltrant is in principe niet anders - door het hele boek heen.
Hoe lezen wetenschappers de Bijbel?
Het zou raar zijn om te veronderstellen dat Gods Woord wetenschappelijke taal spreekt. Denk aan ‘alle soorten vogels’ en konijnen en hazen als herkauwers (zie illustraties met uitleg eronder).
Dat de Bijbel geschreven is in de taal van de toeschouwer, maakt hem niet minder waar of betrouwbaar: het is openbaring. Maar hoe vertaal je Bijbelse gegevens naar de wetenschap? Denk aan de ‘kolken van de grote waterdiepten’ en de ‘sluizen van de hemel’ bij het uitbreken van de zondvloed. Welke aardlagen horen wel en welke niet bij de zondvloed? Vanuit de Bijbelse gegevens kunnen we al vertalend proberen een wetenschappelijk zondvloedmodel te maken. Over dat model kun je wetenschappelijk discussiëren en het heeft alle beperkingen die eigen zijn aan de wetenschap. Dit model is in elk geval minder waar dan wat Genesis ons leert: alle zondvloedmodellen zijn feilbaar mensenwerk.
Hierboven een mooi voorbeeld van hoe de taal van de Bijbel die van de waarnemer (en niet van de wetenschapper van nu) is. In het OT worden ook konijnen en hazen tot de herkauwers gerekend. Ze blijken twee soorten keutels te produceren: de groene eten ze weer op (en dus zijn het in zekere zin herkauwers), de bruine laten ze vallen.
Nog een mooi voorbeeld is het feit dat het OT vleermuizen bij de vogels indeelt. Dat wordt iets logischer als we bedenken dat het woord voor 'vogels' gewoon 'gevleugelden' betekent. Een kwestie van perspectief ...
Copyright @ All Rights Reserved